Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitspanning:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitspanning from Dutch to English

uitspanning:

uitspanning [de ~ (v)] nomen

  1. de uitspanning
    the inn; the tavern; the public house
    the café
    – a small restaurant where drinks and snacks are sold 1

Translation Matrix for uitspanning:

NounRelated TranslationsOther Translations
café uitspanning bar; bierhuis; buitencafé; café; coffeeshop; espressobar; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lokaliteit; lunchlokaliteit; lunchroom; tapperij; taveerne; theehuis
inn uitspanning bar; boerenherberg; café; gasthuis; herberg; kroeg; logement; lokaliteit; tapperij; taveerne
public house uitspanning café-hotel; dorpscafé; herberg; knijp
tavern uitspanning bar; café; café-hotel; herberg; knijp; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne

Wiktionary Translations for uitspanning:

uitspanning
noun
  1. gelegenheid waar men even bij kan komen en wat genieten (van een hapje of een drankje), pleisterplaats, herberg