Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitgifte:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitgifte from Dutch to English

uitgifte:

uitgifte [de ~ (v)] nomen

  1. de uitgifte (verstrekking; uitreiking; uitgaaf; afgifte; uitdeling)
    the granting; the issue; the distribution
  2. de uitgifte (publicatie; openbare publicatie; uitgave; publikatie)
    the publication; the disclosure; the proclamation; the announcement; the declaration
  3. de uitgifte
    the issue
    – The release of items from inventory. 1

Translation Matrix for uitgifte:

NounRelated TranslationsOther Translations
announcement openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aangifte; aankondigen; aankondiging; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; opgave; opheldering; proclamatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
declaration openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; certificaat; charter; declaratie; definiëring; diploma; kennisgeving; mededeling; melding; meningsuiting; omissie; omschrijving; oorkonde; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; uitlating; verklaring; verkondiging; weglating
disclosure openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte onthulling; ontsluiten; ontsluiting; openbaarmaking; openbare publicatie; openbaring; openlegging; publicatie; verrassende ontdekking
distribution afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking distributie; distributiekantoor; uitstrooiing; verspreiding
granting afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking akkoord; fiat; gegevensverstrekking; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming; verstrekking
issue afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking actiepunt; aflevering; editie; emissie; geval; issue; kwestie; punt; uitgave; uitstoot; zaak
proclamation openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aankondiging; afkondiging; bekendmaking; convocatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; verkondiging; verwittiging
publication openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte aankondiging; afkondiging; artikel; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publiceren; stuk; uitgeven; verkondiging
VerbRelated TranslationsOther Translations
issue openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven
OtherRelated TranslationsOther Translations
issue uitkomen; uitstromen

Related Words for "uitgifte":

  • uitgiftes

Wiktionary Translations for uitgifte:


Cross Translation:
FromToVia
uitgifte emission émission — Action d’émettre ou résultat de cette action