Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. troepenmacht:


Dutch

Detailed Translations for troepenmacht from Dutch to English

troepenmacht:

troepenmacht [de ~] nomen

  1. de troepenmacht (krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht)
    the army; the armed forces; the military force; the military
    the force
    – a unit that is part of some military service 1
    • force [the ~] nomen
      • he sent Caesar a force of six thousand men1

Translation Matrix for troepenmacht:

NounRelated TranslationsOther Translations
armed forces krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht heir; krijgsmacht; landsverdediging; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht
army krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht heerschaar; heir; krijgsmacht; landleger; landmacht; leger; legermacht; legerschaar; strijdmacht
force krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; forceren; geweld; heir; kracht; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; mankracht; motor; opdringen; strijdmacht; stuwkracht; vermogen
military krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht militair; soldaat
military force krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht heir; inzet van het leger; krijgsmacht; leger; legermacht; militair geweld; militair optreden; strijdmacht
VerbRelated TranslationsOther Translations
force bevelen; commanderen; decreteren; doordrijven; dwingen; dwingen te doen; forceren; gebieden; gelasten; noodzaken tot; opdragen; opdringen; verordenen; verordonneren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
military leger; militair

External Machine Translations: