Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. straktrekken:


Dutch

Detailed Translations for straktrekken from Dutch to English

straktrekken:

straktrekken [znw.] nomen

  1. straktrekken (aantrekken)
    the pull
    • pull [the ~] nomen

Translation Matrix for straktrekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
pull aantrekken; straktrekken haal; haaltje; invloed; pull; ruk; trek; trekje; trekje aan een sigaret
VerbRelated TranslationsOther Translations
pull aftrekken; pull; rukken; sleuren; trekken; voorttrekken; zich aftrekken