Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stenen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stenen from Dutch to English

stenen:

stenen adj

  1. stenen
    brick; stone
  2. stenen (van steen)

stenen [de ~] nomen, plural

  1. de stenen
    the stones

Translation Matrix for stenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
brick baksteen; bouwsteen; steen
stone baksteen; binnenste van een vrucht; gesteente; kei; pit; rolsteen; rots; rotsblok; steen; vruchtenpit
stones stenen gesteente; glimmers; rots; rotsblok; steen
VerbRelated TranslationsOther Translations
stone met stenen bekogelen; ontpitten; pitten; stenigen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
stone stenen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
brick stenen
brick-built stenen; van steen
of stone stenen; van steen

Wiktionary Translations for stenen:

stenen
adjective
  1. constructed of stone
  2. having the appearance of stone

Related Translations for stenen