Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. spul:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spul from Dutch to English

spul:

spul [het ~] nomen

  1. het spul (goedje; materiaal)
    the stuff

Translation Matrix for spul:

NounRelated TranslationsOther Translations
stuff goedje; materiaal; spul artikelen; bezittingen; bik; dingen; eigendommen; goedje; gruis; haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; koopwaar; macadam; materie; metselspecie; mortel; puin; split; spullen; steengruis; steenslag; stof; stuff; voorwerpen; waar; wiet; zaakjes; zaken
VerbRelated TranslationsOther Translations
stuff ineen duwen; opzetten; proppen; stouwen

Related Words for "spul":


Related Definitions for "spul":

  1. hoeveelheid van een stof die je niet precies wilt of kunt noemen1
    • hoe heet dat spul dat in de thermometer zit?1

Wiktionary Translations for spul:

spul
noun
  1. narcotic drug
  2. referring to an object whose name is unknown or cannot be recalled
  3. miscellaneous items; things

Cross Translation:
FromToVia
spul substance; matter; stuff substance — philosophie|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.

Related Translations for spul