Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. slachtoffer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for slachtoffer from Dutch to English

slachtoffer:

slachtoffer [het ~] nomen

  1. het slachtoffer (offerdier)
  2. het slachtoffer
    the victim

Translation Matrix for slachtoffer:

NounRelated TranslationsOther Translations
sacrificial animal offerdier; slachtoffer
victim slachtoffer benadeelde; dupe; gedupeerde; lul; pineut; sigaar

Related Words for "slachtoffer":

  • slachtofferen, slachtoffers, slachtoffertje, slachtoffertjes

Related Definitions for "slachtoffer":

  1. wie buiten zijn schuld schade lijdt1
    • het slachtoffer van het ongeluk werd naar het ziekenhuis gebracht1

Wiktionary Translations for slachtoffer:

slachtoffer
noun
  1. een dier dat gedood wordt als offer voor een godheid
  2. iets of iemand die kwalijke gevolgen ondervindt van een gebeurtenis
  3. in het bijzonder iemand die om het leven komt ten gevolge van een gebeurtenis
slachtoffer
noun
  1. person
  2. a living creature which is slain and offered as human or animal sacrifice
  3. anyone who is harmed by another
  4. an aggrieved or disadvantaged party in a crime
  5. a person who suffers any other injury, loss, or damage as a result of a voluntary undertaking
  6. an unfortunate person who suffers from a disaster or other adverse circumstance
  7. (Narratology) a character who is conquered or manipulated by a villain

Cross Translation:
FromToVia
slachtoffer victim; casualty victimecréature vivante offrir en sacrifice à la divinité.