Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schriftuur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schriftuur from Dutch to English

schriftuur:

schriftuur [de ~ (v)] nomen

  1. de schriftuur (geschreven stuk; document; script; geschrift)
    the document; the script; the writing; the scripture; the text
    the manuscript
    – the form of a literary work submitted for publication 1
  2. de schriftuur (geschrevene; tekst)
    the text; the script; the wording; the documented

Translation Matrix for schriftuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
document document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script acte; akte; bericht; bewijsstuk; document; officieel stuk; papier
documented geschrevene; schriftuur; tekst
manuscript document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script manuscript
script document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst handschrift; script; tekstboek
scripture document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script
text document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst
wording geschrevene; schriftuur; tekst bewoording; verwoording
writing document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script calligrafie; kalligrafie; schoonschrijfkunst; schrijfkunst; schrijfwerk
VerbRelated TranslationsOther Translations
document archiveren; bewaren; documenteren; opbergen; opslaan
text sms verzenden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
documented gedocumenteerd; vastgelegd

Related Words for "schriftuur":

  • schrifturen

Wiktionary Translations for schriftuur:


Cross Translation:
FromToVia
schriftuur document; act; deed; paper; warrant; certificate documentécrit qui sert de preuve ou de renseignement.