Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schommeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schommeling from Dutch to English

schommeling:

schommeling [de ~ (v)] nomen

  1. de schommeling (zeegang; wiegeling; deining)
    the oscillation; the swinging; the swell; the sea

Translation Matrix for schommeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
oscillation deining; schommeling; wiegeling; zeegang geslinger; klokkeslinger; oscillatie; slingerbeweging; slingerende beweging; slingering; zwaai
sea deining; schommeling; wiegeling; zeegang oceaan; sop; wereldzee; zee
swell deining; schommeling; wiegeling; zeegang banjer; bult; deining; heuvel; op en neer bewegen
swinging deining; schommeling; wiegeling; zeegang slingerende beweging; slingering; zwaai
VerbRelated TranslationsOther Translations
swell dik worden; expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
swinging bungelend; fluctuerend; heen en weer bewegend; heen en weer zwaaiend; schommelend; slingerend
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
swell fantastisch; super; supergaaf
ModifierRelated TranslationsOther Translations
swell fantastisch; gelikt; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; picobello; piekfijn; schitterend; tiptop; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk

Related Words for "schommeling":

  • schommelingen

Wiktionary Translations for schommeling:

schommeling
noun
  1. wavering; unsteadiness

Cross Translation:
FromToVia
schommeling fluctuation fluctuationvariation, défaut de fixité, de permanence.