Summary
Dutch
Detailed Translations for rieten from Dutch to English
rieten:
Translation Matrix for rieten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cane | baton; oeverriet; om te slaan; riet; rietje; rietstengel; rotan; rotting; rottinkje; staaf; staf; stang; stok | |
reed | muziek; rietje | |
rush | aanval; attaque; bestorming; drukte; gedrang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; temperament; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed; vurigheid | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
rush | draven; haasten; hard rennen; hollen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; pezen; reppen; snellen; spoeden; sprinten; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
rush | rieten | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cane | rieten | |
reed | rieten | |
wicker | rieten |
Related Words for "rieten":
rieten form of riet:
-
het riet (oeverriet; rotan; rietstengel)
Translation Matrix for riet:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cane | oeverriet; riet; rietstengel; rotan | baton; om te slaan; rietje; rotting; rottinkje; staaf; staf; stang; stok |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cane | rieten |