Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. recipiënt:


Dutch

Detailed Translations for recipiënt from Dutch to English

recipiënt:

recipiënt [de ~ (m)] nomen

  1. de recipiënt (ontvanger)
    the recipient; the receiver; the addressee

Translation Matrix for recipiënt:

NounRelated TranslationsOther Translations
addressee ontvanger; recipiënt bestemming; geadresseerde; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger
receiver ontvanger; recipiënt bewindvoerder; handelaar in gestolen goederen; heler; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; telefoon; telefoontoestel
recipient ontvanger; recipiënt hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger

Related Words for "recipiënt":

  • recipiënten