Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. proefpersoon:


Dutch

Detailed Translations for proefpersoon from Dutch to English

proefpersoon:

proefpersoon [de ~ (m)] nomen

  1. de proefpersoon
  2. de proefpersoon
    the subject; the case; the guinea pig
    – a person who is subjected to experimental or other observational procedures; someone who is an object of investigation 1
    • subject [the ~] nomen
      • the subjects for this investigation were selected randomly1
    • case [the ~] nomen
      • the cases that we studied were drawn from two different communities1
    • guinea pig [the ~] nomen

Translation Matrix for proefpersoon:

NounRelated TranslationsOther Translations
case proefpersoon aangelegenheid; aanvraag; affaire; behuizing; casus; contract; doos; etui; foedraal; geding; geval; issue; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; kwestie; la; lade; naamval; pennendoosje; pennenkoker; probleem; procedure; proces; punt; rechtsgeding; rechtszaak; schuifla; schuiflade; taak; vraagstuk; zaak
experimental subject proefpersoon
guinea pig proefpersoon cavia
subject proefpersoon afstudeerrichting; onderdaan; onderwerp; onderwerp van een zin; schoolvak; studierichting; subject; thema; thema van een boek
VerbRelated TranslationsOther Translations
subject onder gezag brengen; onderwerpen

Related Words for "proefpersoon":

  • proefpersonen