Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. papier:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for papier from Dutch to English

papier:

papier [het ~] nomen

  1. het papier (bewijsstuk)
    the document
    – support or supply with references 1
    • document [the ~] nomen
      • Can you document your claims?1
    the evidence
  2. het papier
    the paper

Translation Matrix for papier:

NounRelated TranslationsOther Translations
document bewijsstuk; papier acte; akte; bericht; bewijsstuk; document; geschreven stuk; geschrift; officieel stuk; schriftuur; script
evidence bewijsstuk; papier aanwijzing; bewijs; bewijsmateriaal; bewijsmiddel; bewijsstuk; blijk; getuigenverklaring; indicatie; symptoom; teken
paper papier eindscriptie; essay; nieuwsblad; opstel; scriptie; verhandeling; verslag; werkstuk
VerbRelated TranslationsOther Translations
document archiveren; bewaren; documenteren; opbergen; opslaan
ModifierRelated TranslationsOther Translations
paper papieren

Related Words for "papier":


Related Definitions for "papier":

  1. dun materiaal om op te schrijven2
    • hij schreef zijn naam op het papier2

Wiktionary Translations for papier:

papier
noun
  1. een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
  2. document
papier
noun
  1. material for writing on

Cross Translation:
FromToVia
papier paper Papier — dünnes, in Form von Blättern vorliegendes, organisches Material, das in der Regel aus einem geleimten Brei von Pflanzenfasern hergestellt wird und den verschiedensten Zwecken (Beschreiben, Bedrucken, als Verpackungsmaterial, Baustoff u. a. m.) dient
papier document; act; deed; paper; warrant; certificate documentécrit qui sert de preuve ou de renseignement.
papier paper papier — papeterie|fr Matière faite à partir de la pâte de chiffons ou de fibres végétales étalée en couches minces que l’on fait sécher et qu’on débiter par feuilles pour écrire, imprimer, envelopper, etc.

Related Translations for papier