Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overweldiger:


Dutch

Detailed Translations for overweldiger from Dutch to English

overweldiger:

overweldiger [de ~ (m)] nomen

  1. de overweldiger (overheerser)
    the usurper; the ruler

Translation Matrix for overweldiger:

NounRelated TranslationsOther Translations
ruler overheerser; overweldiger autoriteit; baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; gezagsorgaan; heer; heerser; instantie; liniaal; machthebber; majesteit; meester; regeerder; soeverein; vorst
usurper overheerser; overweldiger usurpator

Related Words for "overweldiger":

  • overweldigers