Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onroerende zaken:


Dutch

Detailed Translations for onroerende zaken from Dutch to English

onroerende zaken:

onroerende zaken [znw.] nomen

  1. onroerende zaken (onroerende goederen; vastgoed)
    the immovables
    the real property; the real estate; the immovable
    – property consisting of houses and land 1

Translation Matrix for onroerende zaken:

NounRelated TranslationsOther Translations
immovable onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed onroerend goed; vastgoed
immovables onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
real estate onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed onroerend goed; vastgoed
real property onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed onroerend eigendom; onroerend goed; vastgoed
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
immovable onbuigzaam; onroerend; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai

Related Translations for onroerende zaken