Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ondubbelzinnig:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ondubbelzinnig from Dutch to English

ondubbelzinnig:


Translation Matrix for ondubbelzinnig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
clear-cut geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken aanschouwelijk; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
definite geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken definitief; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand
distinct geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken aanschouwelijk; afzonderlijk; apart; duidelijk; flagrant; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overduidelijk; saillant; treffend; verhelderend; zo klaar als een klontje; zonneklaar
explicit geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken cru; expliciet; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; rechttoe rechtaan; saillant; treffend; uitdrukkelijk
unambiguous eenduidig; ondubbelzinnig duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar
unmistakable geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken duidelijk; frappant; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend

Related Words for "ondubbelzinnig":

  • ondubbelzinnigheid, ondubbelzinnigst, ondubbelzinnigste, ondubbelzinnige

Wiktionary Translations for ondubbelzinnig:

ondubbelzinnig
adjective
  1. niet mis de verstaan
ondubbelzinnig
adjective
  1. clear, and having no uncertainty or ambiguity

Cross Translation:
FromToVia
ondubbelzinnig unequivocal; unambiguous; univocal eindeutig — mit nur einer Bedeutung; nur eine Deutung zulassend

External Machine Translations: