Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onbezorgdheid:
  2. onbezorgd:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onbezorgdheid from Dutch to English

onbezorgdheid:

onbezorgdheid [de ~ (v)] nomen

  1. de onbezorgdheid (zorgeloosheid)
    the carefreeness; the light-heartedness

Translation Matrix for onbezorgdheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
carefreeness onbezorgdheid; zorgeloosheid
light-heartedness onbezorgdheid; zorgeloosheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid

Related Words for "onbezorgdheid":


onbezorgd:


Translation Matrix for onbezorgd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
carefree gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
careless gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos achteloos; gedachteloos; lichtzinnig; nonchalant; onbedachtzaam; onnadenkend; onvoorzichtig; onwillekeurig; roekeloos; werktuiglijk; zonder erbij na te denken
lighthearted gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
unconcerned gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
ModifierRelated TranslationsOther Translations
easy gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; langzaamaan; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; ongecompliceerd; simpel; vanzelf; zonder moeite
light-spirited gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos

Related Words for "onbezorgd":


Wiktionary Translations for onbezorgd:

onbezorgd
adjective
  1. carefree

Cross Translation:
FromToVia
onbezorgd serene; untroubled; calm; clear; fine; peaceful; placid; unruffled serein — Qui est clair, doux, pur et calme, en parlant du ciel, de l’air, du temps.