Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. merknaam:


Dutch

Detailed Translations for merknaam from Dutch to English

merknaam:

merknaam [de ~ (m)] nomen

  1. de merknaam (merk)
    the brand
    – a name given to a product or service 1
    the name
    • name [the ~] nomen
  2. de merknaam
    the brand name
    – Text, entered by a meeting organizer, that identifies the company or organization using Live Meeting and that replaces the image file (if unavailable) in the Live Meeting user interface. 2

Translation Matrix for merknaam:

NounRelated TranslationsOther Translations
brand merk; merknaam brandmerk; fabrieksmerk; handelsmerk; handelsnaam; maak; merk; stigma; warenmerk; wondteken van Christus; zwaard wapenkunde
brand name merknaam handelsmerk; handelsnaam; label; merk; warenmerk
name merk; merknaam aanduiding; bekendheid; benaming; benoeming; faam; grammaticaal predikaat; naam; predikaat; reputatie; roep; term
VerbRelated TranslationsOther Translations
brand aankruisen; branden; brandmerken; inbranden; markeren; merken; van stigma's voorzien
name benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; een naam geven; noemen; opnoemen; opsommen; vernoemen

Related Words for "merknaam":

  • merknamen

External Machine Translations: