Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. list:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for list from Dutch to English

list:

list [de ~] nomen

  1. de list (manoeuvre; kunstgreep)
    the manoeuvre; the ruse; the trick; the manoeuver
  2. de list (sluwe streek; slimheid)
    the trick

Translation Matrix for list:

NounRelated TranslationsOther Translations
manoeuver kunstgreep; list; manoeuvre manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
manoeuvre kunstgreep; list; manoeuvre manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
ruse kunstgreep; list; manoeuvre foef; truc; trucage
trick kunstgreep; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; loer; maniertje; poets; streek; tochtje; toertje; trip; truc; trucage; uitje; uitstapje
VerbRelated TranslationsOther Translations
manoeuver manoeuvreren; marcheren
manoeuvre manoeuvreren; marcheren
trick afzetten; bedonderen; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; verneuken; voor de gek houden

Related Words for "list":

  • listen

Wiktionary Translations for list:

list
noun
  1. een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast
  2. vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken

Related Translations for list