Summary


Dutch

Detailed Translations for kwijnend from Dutch to English

kwijnend:

kwijnend adj

  1. kwijnend (armetierig)

Translation Matrix for kwijnend:

NounRelated TranslationsOther Translations
lingering geaarzel; getalm; getreuzel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
sickly armetierig; kwijnend misselijk; naar; ongezond; onpasselijk; onwel; ziekjes
ModifierRelated TranslationsOther Translations
languishing armetierig; kwijnend
lingering armetierig; kwijnend aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend

kwijnend form of kwijnen:

kwijnen verb (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)

  1. kwijnen (verkwijnen; wegkwijnen)
    to wither; to waste away
    • wither verb (withers, withered, withering)
    • waste away verb (wastes away, wasted away, wasting away)
    to languish; to pine away
    – lose vigor, health, or flesh, as through grief 1
    • languish verb (languishes, languished, languishing)
    • pine away verb (pines away, pined away, pining away)
    to pine; to long for
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    • pine verb (pines, pined, pining)
      • I am pining for my lover1
    • long for verb (longs for, longed for, longing for)
  2. kwijnen (smachten; kwijnend verlangen; snakken)
    to yearn
    – desire strongly or persistently 1
    • yearn verb (yearns, yearned, yearning)
    to long for; to languish; to pine
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    • long for verb (longs for, longed for, longing for)
    • languish verb (languishes, languished, languishing)
    • pine verb (pines, pined, pining)
      • I am pining for my lover1

Conjugations for kwijnen:

o.t.t.
  1. kwijn
  2. kwijnt
  3. kwijnt
  4. kwijnen
  5. kwijnen
  6. kwijnen
o.v.t.
  1. kwijnde
  2. kwijnde
  3. kwijnde
  4. kwijnden
  5. kwijnden
  6. kwijnden
v.t.t.
  1. ben gekwijnd
  2. bent gekwijnd
  3. is gekwijnd
  4. zijn gekwijnd
  5. zijn gekwijnd
  6. zijn gekwijnd
v.v.t.
  1. was gekwijnd
  2. was gekwijnd
  3. was gekwijnd
  4. waren gekwijnd
  5. waren gekwijnd
  6. waren gekwijnd
o.t.t.t.
  1. zal kwijnen
  2. zult kwijnen
  3. zal kwijnen
  4. zullen kwijnen
  5. zullen kwijnen
  6. zullen kwijnen
o.v.t.t.
  1. zou kwijnen
  2. zou kwijnen
  3. zou kwijnen
  4. zouden kwijnen
  5. zouden kwijnen
  6. zouden kwijnen
diversen
  1. kwijn!
  2. kwijnt!
  3. gekwijnd
  4. kwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
pine dennenboom; greneboom; grenen; grenenhout; grove den; grove spar; mastspar; pijnboomhout; sparrenboom
VerbRelated TranslationsOther Translations
ache to kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken
languish kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegslinken
long for kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
pine kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
pine away kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen wegslinken
waste away kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen wegkwijnen; wegslinken
wither kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen indrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; verdorren; verkommeren; verleppen; verschrompelen; versterven; verwelken; wegslinken
yearn kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken graaien; grijpen; grissen; hopen; jatten; pikken; snaaien; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegkapen

Related Translations for kwijnend