Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kordon:


Dutch

Detailed Translations for kordon from Dutch to English

kordon:

kordon [het ~] nomen

  1. het kordon
    the cordon; the line

Translation Matrix for kordon:

NounRelated TranslationsOther Translations
cordon kordon afzetlint; lint; politielint
line kordon aansluiting; afzetlint; colonne; connectie; contact; file; gelid; koord; lijn; lijntje; linie; lint; politielint; regel; rij; schriftlijn; streep; streepje; verbinding
VerbRelated TranslationsOther Translations
line belijnen; lijnen; liniëren; strepen; strepen trekken; van lijnen voorzien

Related Words for "kordon":

  • kordons