Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. koekenbakker:


Dutch

Detailed Translations for koekenbakker from Dutch to English

koekenbakker:

koekenbakker [de ~ (m)] nomen

  1. de koekenbakker (beunhaas)
    the bungler; the botcher
  2. de koekenbakker (koekhakker; knoeier)
    the bungler; the muddler

Translation Matrix for koekenbakker:

NounRelated TranslationsOther Translations
botcher beunhaas; koekenbakker knoeipot; morser
bungler beunhaas; knoeier; koekenbakker; koekhakker beunhaas; drommel; klungel; klungelaar; knoeier; knoeipot; kruk; morser; prutser; roffelaar; stakker; stoethaspel; stumper; sukkel; zielenpiet
muddler knoeier; koekenbakker; koekhakker klungel; klungelaar; kruk; roffelaar; stoethaspel; stumper

Related Words for "koekenbakker":

  • koekenbakkers