Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. klagen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klagen from Dutch to English

klagen:

klagen verb (klaag, klaagt, klaagde, klaagden, geklaagd)

  1. klagen (over iets mopperen; kankeren; mopperen; )
    to grumble; to complain; to grouse; bellyache; to gripe
    • grumble verb (grumbles, grumbled, grumbling)
    • complain verb (complains, complained, complaining)
    • grouse verb (grouses, groused, grousing)
    • bellyache verb
    • gripe verb (gripes, griped, griping)
  2. klagen (zeuren)
    to nag; to complain; complaint; to deplore; to gripe; harp
    • nag verb (nags, nagged, nagging)
    • complain verb (complains, complained, complaining)
    • complaint verb
    • deplore verb (deplores, deplored, deploring)
    • gripe verb (gripes, griped, griping)
    • harp verb
  3. klagen (een klacht indienen; zijn beklag indienen)
    to complain; put in a complaint
  4. klagen (misnoegen uiten; over iets mopperen)

Conjugations for klagen:

o.t.t.
  1. klaag
  2. klaagt
  3. klaagt
  4. klagen
  5. klagen
  6. klagen
o.v.t.
  1. klaagde
  2. klaagde
  3. klaagde
  4. klaagden
  5. klaagden
  6. klaagden
v.t.t.
  1. heb geklaagd
  2. hebt geklaagd
  3. heeft geklaagd
  4. hebben geklaagd
  5. hebben geklaagd
  6. hebben geklaagd
v.v.t.
  1. had geklaagd
  2. had geklaagd
  3. had geklaagd
  4. hadden geklaagd
  5. hadden geklaagd
  6. hadden geklaagd
o.t.t.t.
  1. zal klagen
  2. zult klagen
  3. zal klagen
  4. zullen klagen
  5. zullen klagen
  6. zullen klagen
o.v.t.t.
  1. zou klagen
  2. zou klagen
  3. zou klagen
  4. zouden klagen
  5. zouden klagen
  6. zouden klagen
en verder
  1. is geklaagd
diversen
  1. klaag!
  2. klaagt!
  3. geklaagd
  4. klagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
complaint aanklacht; beschuldiging; bezwaar; gekanker; geklaag; gemekker; grief; het klagen; jammerklacht; klacht; kwaal; ongemak; slepende ziekte; stoornis; tenlastelegging; weeklacht; ziekte
harp harp
nag geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
VerbRelated TranslationsOther Translations
bellyache brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen
complain brommen; een klacht indienen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; zeuren; zijn beklag indienen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; eisen; jammeren; jeremiëren; protesteren; reclameren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; terugeisen; terugvorderen; weeklagen; zich beklagen
complaint klagen; zeuren
deplore klagen; zeuren
express displeasure klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen
gripe brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; zeuren
grouse brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen kankeren; knorren; knorrend geluid maken; sakkeren; zeuren
grumble brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen foeteren; kankeren; knorren; knorrend geluid maken; protesteren; sakkeren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; zeuren
harp klagen; zeuren blijven herhalen; hameren
nag klagen; zeuren aandringen; chicaneren; doordrammen; doordrukken; drammen; dwarszitten; etteren; griepen; harrewarren; jennen; kleinzielig gedragen; klieren; op zijn hart hebben; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zeiken; zeuren; zieken
put in a complaint een klacht indienen; klagen; zijn beklag indienen

Related Definitions for "klagen":

  1. zeggen dat het niet goed is1
    • ze klaagt al dagen over buikpijn1

Wiktionary Translations for klagen:

klagen
verb
  1. ongenoegen uiten
klagen
verb
  1. to complain
  2. to make a formal accusation or bring a formal charge
  3. to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment
noun
  1. the act of lamenting

Related Translations for klagen