Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kantoor:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kantoor from Dutch to English

kantoor:

kantoor [het ~] nomen

  1. het kantoor (kantoorgebouw)
    the office; the office block

Translation Matrix for kantoor:

NounRelated TranslationsOther Translations
office kantoor; kantoorgebouw departement; instantie; instelling; lichaam; ministerie; organisatie
office block kantoor; kantoorgebouw

Related Words for "kantoor":

  • kantoortje, kantoortjes

Related Definitions for "kantoor":

  1. bedrijf dat gegevens van andere bedrijven verwerkt1
    • onze administratie wordt door dit kantoor gedaan1
  2. kamer waar men schrijft en gegevens verwerkt1
    • Jan zit in zijn kantoor te werken1

Wiktionary Translations for kantoor:

kantoor
noun
  1. een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd
kantoor
noun
  1. building or room
  2. office

Cross Translation:
FromToVia
kantoor office; bureau BüroDienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
kantoor desk; office; law office; bureau; cabinet bureau — (vieilli) désuet|fr étoffe de bure.