Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hengsel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hengsel from Dutch to English

hengsel:

hengsel [het ~] nomen

  1. het hengsel (scharnier)
    the hinge
  2. het hengsel (draagbeugel; beugel)
    the handle; the grip

Translation Matrix for hengsel:

NounRelated TranslationsOther Translations
grip beugel; draagbeugel; hengsel greep; handel; handgreep; handvat; hendel
handle beugel; draagbeugel; hengsel deurklink; deurkruk; greep; handvat in de vorm van stok; heft; ingang; kruk; oor; oor van een kopje; steel
hinge hengsel; scharnier gewricht; verbinding van beenderen
VerbRelated TranslationsOther Translations
grip aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; graaien; grijpen; grissen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; omklemmen; pakken; pikken; snaaien; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verstrikken; wegkapen
handle behandelen; bejegenen; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; iets afhandelen; verhandelen; verkopen

Related Words for "hengsel":

  • hengsels, hengseltje, hengseltjes

Wiktionary Translations for hengsel:

hengsel
noun
  1. device for the pivoting of a door
  2. part of an object which is held in the hand when used or moved

Cross Translation:
FromToVia
hengsel hinge gond — serrurerie|fr morceau de fer couder et généralement rond par la partie d’en haut, sur lequel s’emboîter en tournant les pentures d’une porte, d’un volet, d’une persienne, etc.