Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. haardvuur:


Dutch

Detailed Translations for haardvuur from Dutch to English

haardvuur:

haardvuur [het ~] nomen

  1. het haardvuur
    the hearth-fire; the fire

Translation Matrix for haardvuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
fire haardvuur brand; fik; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; kachel; kacheltje; kleine kachel; overgave; passie; schieten; verwarming; vuren; vurigheid; vuur
hearth-fire haardvuur
VerbRelated TranslationsOther Translations
fire aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afbranden; afdanken; afschieten; afvloeien; afvuren; bezielen; congé geven; eruit gooien; leegbranden; ontheffen; ontslaan; platbranden; schieten; schoten lossen; toejuichen; uitbranden; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vuren; wegsturen; wegzenden

Related Words for "haardvuur":

  • haardvuren