Summary
Dutch
Detailed Translations for gretigheid from Dutch to English
gretigheid:
-
de gretigheid (begerige ijver; graagte)
-
de gretigheid (hebzucht; hebberigheid)
-
de gretigheid (vraatzuchtigheid; gulzigheid; begerigheid; schrokachtigheid)
Translation Matrix for gretigheid:
Related Words for "gretigheid":
gretig:
-
gretig (happig)
Translation Matrix for gretig:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
avid | gretig; happig | begerig |
desirous | gretig; happig | begerend; begerig; verlangend |
eager | gretig; happig | begerig; bevlogen; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig |
eagre | gretig; happig | begerig; bevlogen; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig |
keen | gretig; happig | begerig; bijdehand; briljant; fervent; gevat; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; messcherp; pienter; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verlekkerd; vindingrijk; vurig |