Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. emotieloosheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for emotieloosheid from Dutch to English

emotieloosheid:

emotieloosheid [znw.] nomen

  1. emotieloosheid (meedogenloosheid; ongevoeligheid; gevoelloosheid)
    the emotionlessness; the numbness; the stupor

Translation Matrix for emotieloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
emotionlessness emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid
numbness emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid; verdoofdheid; verstijfdheid; verstijving
stupor emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid gevoelloosheid; narcose; verdoofdheid; verdoving

Wiktionary Translations for emotieloosheid:

emotieloosheid
noun
  1. het ontbreken van emoties