Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bezoekers:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezoekers from Dutch to English

bezoekers:

bezoekers [de ~] nomen, plural

  1. de bezoekers (klanten)
    the customers; the visitors; the clients; the patrons

Translation Matrix for bezoekers:

NounRelated TranslationsOther Translations
clients bezoekers; klanten clientèle; klandizie; klanten; klantenkring
customers bezoekers; klanten clientèle; cliënteel; klandizie; klanten; klantenkring
patrons bezoekers; klanten clientèle; klandizie; klanten; klantenkring; patroons
visitors bezoekers; klanten aanloop; bezoek; visite

Wiktionary Translations for bezoekers:

bezoekers
noun
  1. social visitors

Related Translations for bezoekers