Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bezichtiging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezichtiging from Dutch to English

bezichtiging:

bezichtiging [de ~ (v)] nomen

  1. de bezichtiging (bezichtigen)
    the view; the visit; the inspection

Translation Matrix for bezichtiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
inspection bezichtigen; bezichtiging controle; controledienst; inspectie; inzage; kennisneming; keuring; navorsing; onderzoek
view bezichtigen; bezichtiging aanblik; aanzicht; aspect; begrip; benul; denkbeeld; doorkijk; facet; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; overtuiging; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vaststaande mening; vergezicht; verreikend uitzicht; visie; vue; weergave; zicht; zienswijs; zienswijze
visit bezichtigen; bezichtiging
VerbRelated TranslationsOther Translations
view aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; gadeslaan; inspecteren; keuren; kijken; observeren; schouwen; waarnemen; weergeven; zien
visit aankomen; aanschouwen; afspreken; bekijken; bezichtigen; bezien; bezoeken; bij elkaar komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; iemand opzoeken; inlopen; langsgaan; langskomen; lastigvallen; op bezoek komen; op visite gaan; opzoeken; samenkomen; teisteren; treffen; verzamelen; voorbijkomen

Related Words for "bezichtiging":

  • bezichtigingen

Wiktionary Translations for bezichtiging:


Cross Translation:
FromToVia
bezichtiging inspection; viewing BesichtigungEreignis, bei dem jemand etwas genau betrachten, wobei das Betrachtete meist zur Betrachtung freigeben wurde oder frei zugänglich ist