Dutch
Detailed Translations for bevlieging from Dutch to English
bevlieging:
Translation Matrix for bevlieging:
Noun | Related Translations | Other Translations |
burst | aanval; bevlieging; opwelling; vlaag | vleug |
caprice | aanval; bevlieging; opwelling; vlaag | bui; gril; impuls; kuur; luim; nuk; opwelling; prikkel |
spur of the moment | aanval; bevlieging; opwelling; vlaag | bui; gril; kuur; luim; nuk |
whim | aanval; bevlieging; opwelling; vlaag | bui; gril; impuls; kuur; luim; nuk; opwelling; prikkel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
burst | aan stukken springen; exploderen; klappen; ontploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
burst | impulsief; in een opwelling |
Related Words for "bevlieging":
Wiktionary Translations for bevlieging:
bevlieging
noun
-
a short-lived and unrequited love or infatuation
External Machine Translations: