Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bevestiging:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for bevestiging:
    • conformation, conformance, reassurance


Dutch

Detailed Translations for bevestiging from Dutch to English

bevestiging:

bevestiging [de ~ (v)] nomen

  1. de bevestiging (affirmatie)
    the confirmation; the affirmation; the positioning; the placement; the installation
  2. de bevestiging (bekrachtiging)
    the confirmation; the authorisation; the authorization
  3. de bevestiging (het vastmaken; het bevestigen)
    the attachment; the fixing; the fastening; the securing
  4. de bevestiging (mededeling; toelichting; statement; )
    the notification; the statement; the announcement
  5. de bevestiging (wat vast maakt)
    the fastening; the that wich fastens things
  6. de bevestiging (vastmaken)
    the fixing; the fastening; the tieing up
  7. de bevestiging
    the acknowledgement; the ACK
    – A message transmitted to indicate that data has been received correctly. The Transmission Control Protocol (TCP) requires that the recipient acknowledge successful receipt of data. Such acknowledgments (ACKs) generate additional network traffic, decreasing the rate at which data passes but increasing reliability. To reduce the impact on performance, most hosts send an acknowledgment for every other segment or when a specified time interval has passed. 1

Translation Matrix for bevestiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
ACK bevestiging
acknowledgement bevestiging bedankbrief; bedankje; bekennen; bronvermelding; confessie; dank; dankbetuiging; danken; dankzegging; erkenning; toegeving
affirmation affirmatie; bevestiging aanneming; confirmatie; consolidatie; orderbevestiging; verharding; versterking; versteviging
announcement aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondigen; aankondiging; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; gewag; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; verkondiging; vermelding; verwittiging
attachment bevestiging; het bevestigen; het vastmaken aanhankelijkheid; aanhechting; affectie; beslaglegging; bijlage; gehechtheid; verknochtheid
authorisation bekrachtiging; bevestiging autorisatie; bekrachtiging; fiat; machtiging; ratificering; toestemming; volmacht
authorization bekrachtiging; bevestiging autorisatie; bekrachtiging; fiat; machtiging; ratificering; toestemming; volmacht
confirmation affirmatie; bekrachtiging; bevestiging aanneming; confirmatie; consolidatie; verharding; versterking; versteviging; vormsel
fastening bevestiging; het bevestigen; het vastmaken; vastmaken; wat vast maakt aanhechten; aanhechting; vasthechten; vastzetten
fixing bevestiging; het bevestigen; het vastmaken; vastmaken bepaling; bijwoordelijke bepaling; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht; vastzetten
installation affirmatie; bevestiging het stichten; installatie; instelling; oprichting; stichting; vestiging
notification aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aankondigen; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; convocatie; deurwaardersexploot; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; sommatie; verwittiging
placement affirmatie; bevestiging plaatsing
positioning affirmatie; bevestiging plaatsing; positionering
securing bevestiging; het bevestigen; het vastmaken vastzetten
statement aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring aantekening; bankafschrift; bekendmaking; bericht; beweren; bewering; boodschap; constatering; financieel overzicht; frase; gewag; gezegde; instructie; kwestie; lijst; mededeling; melding; meningsuiting; noot; notitie; opgaaf; opgave; opnoeming; opschrijving; opsomming; overzicht; probleem; proces verbaal; rapport; rekeningoverzicht; relaas; staat; stelling; tijding; uitdrukking; uitlating; uitspraak; vaststelling; verklaring; vermelding; verwittiging; vraagstuk; zegswijze; zin; zwaarte
that wich fastens things bevestiging; wat vast maakt
tieing up bevestiging; vastmaken

Wiktionary Translations for bevestiging:

bevestiging
noun
  1. het bevestigen, het mededelen aan iemand dat iets is zoals gevraagd is of verondersteld wordt
  2. het bevestigd zijn, het vastzitten aan iets anders
  3. datgene waarmee of waardoor twee of meer dingen aan elkaar vastzitten
bevestiging
noun
  1. verification
  2. statement asserted
  3. formal statement or document recognizing the fulfilment or execution of a legal requirement or procedure

Cross Translation:
FromToVia
bevestiging confirmation confirmation — action de confirmer

User Translations:
Word Translation Votes
bevestiging conformation 7
bevestiging conformance 4
bevestiging reassurance 4

External Machine Translations: