Dutch

Detailed Translations for betwist from Dutch to English

betwist:


Translation Matrix for betwist:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
contested bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht bestreden; tegengegaan; verzet
controversial bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht geruchtmakend; opzienbarend
debatable bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; discutabel; dubieus; kwestieus; twijfelachtig
disputable bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig
disputed bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
dubious bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht discutabel; donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; twijfelachtig; verdacht
imputable bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig
questionable bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; discutabel; donker; dubieus; duister; glibberig; kwestieus; obscuur; onguur; twijfelachtig; verdacht
uncertain bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht donker; dubieus; duister; glibberig; niet zeker; obscuur; ongewis; onguur; onvast; verdacht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
open to question bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig

Related Words for "betwist":

  • betwiste

Wiktionary Translations for betwist:


Cross Translation:
FromToVia
betwist controversial; disputed; moot; litigious strittig — Gegenstand einer Meinungsverschiedenheit seiend

betwisten:

betwisten verb (betwist, betwistte, betwistten, betwist)

  1. betwisten (aanvechten; bestrijden)
    to dispute; to challenge; to contest; to question
    • dispute verb (disputes, disputed, disputing)
    • challenge verb (challenges, challenged, challenging)
    • contest verb (contests, contested, contesting)
    • question verb (questions, questioned, questioning)

Conjugations for betwisten:

o.t.t.
  1. betwist
  2. betwist
  3. betwist
  4. betwisten
  5. betwisten
  6. betwisten
o.v.t.
  1. betwistte
  2. betwistte
  3. betwistte
  4. betwistten
  5. betwistten
  6. betwistten
v.t.t.
  1. heb betwist
  2. hebt betwist
  3. heeft betwist
  4. hebben betwist
  5. hebben betwist
  6. hebben betwist
v.v.t.
  1. had betwist
  2. had betwist
  3. had betwist
  4. hadden betwist
  5. hadden betwist
  6. hadden betwist
o.t.t.t.
  1. zal betwisten
  2. zult betwisten
  3. zal betwisten
  4. zullen betwisten
  5. zullen betwisten
  6. zullen betwisten
o.v.t.t.
  1. zou betwisten
  2. zou betwisten
  3. zou betwisten
  4. zouden betwisten
  5. zouden betwisten
  6. zouden betwisten
diversen
  1. betwist!
  2. betwist!
  3. betwist
  4. betwistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

betwisten [znw.] nomen

  1. betwisten (aanvechten; bestrijden)
    the dispute; the challenge; the contest; the impugn

Translation Matrix for betwisten:

NounRelated TranslationsOther Translations
challenge aanvechten; bestrijden; betwisten bestrijding; uitdaging; verschoning
contest aanvechten; bestrijden; betwisten bestrijding; concours; partij; pot; prijsvraag; strijd; wedstrijd
dispute aanvechten; bestrijden; betwisten botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
impugn aanvechten; bestrijden; betwisten
question geval; interpellatie; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraag; vraagstuk; zaak; zwaarte
VerbRelated TranslationsOther Translations
challenge aanvechten; bestrijden; betwisten
contest aanvechten; bestrijden; betwisten bekampen; bestrijden; bevechten
dispute aanvechten; bestrijden; betwisten argumenteren; bakkeleien; bekvechten; disputeren; hakketakken; redetwisten; ruzieën; twisten
question aanvechten; bestrijden; betwisten aarzelen; doorvragen; doorzagen; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen

Wiktionary Translations for betwisten:

betwisten
verb
  1. iemand iets ~ iemand het recht ergens toe trachten te ontzeggen
betwisten
verb
  1. question the validity of
  2. to dispute something

Cross Translation:
FromToVia
betwisten contest; challenge; impugn; question; dispute; protest contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique.
betwisten challenge; question; contest; dispute; protest disputer — Être en discussion plus ou moins vif à propos d’opinions, d’intérêts.
betwisten protest protesterpromettre formellement, assurer positivement, solennellement.