Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. beschutting:


Dutch

Detailed Translations for beschutting from Dutch to English

beschutting:

beschutting [de ~ (v)] nomen

  1. de beschutting (beschutsel)
    the covering
  2. de beschutting (veiligheid; bescherming)
    the safety; the security
  3. de beschutting (luwte)
    the lee; the shelter

Translation Matrix for beschutting:

NounRelated TranslationsOther Translations
covering beschutsel; beschutting aanplant; afdekkap; bedekken; bedekking; begroeiing; beslaan; dak; dek; dekking; gewas; kap; koepel; overdekking; overkapping
lee beschutting; luwte lij; lijzijde
safety bescherming; beschutting; veiligheid bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid
security bescherming; beschutting; veiligheid beveiliging; borg; cautie; garantie; geborgenheid; keur; onderpand; pand; securiteit; waarborg; waarborging; waarborgsom; waardepapier; zekerheidstelling
shelter beschutting; luwte abri; accommodatie; asiel; behuizing; bescherming; hospitium; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; protectie; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; verblijfplaats; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
VerbRelated TranslationsOther Translations
shelter accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen; schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
covering overdekkend; overkoepelend