Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afwachting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afwachting from Dutch to English

afwachting:

afwachting [de ~ (v)] nomen

  1. de afwachting (verwachting; hoop)
    the expectation; the prospect; the anticipation; the hope; the outlook

Translation Matrix for afwachting:

NounRelated TranslationsOther Translations
anticipation afwachting; hoop; verwachting dracht; verwachting; zwangerschap
expectation afwachting; hoop; verwachting dracht; verwachting; zwangerschap
hope afwachting; hoop; verwachting
outlook afwachting; hoop; verwachting denkbeeld; dracht; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; verwachting; visie; zienswijze; zwangerschap
prospect afwachting; hoop; verwachting prospect
VerbRelated TranslationsOther Translations
hope hopen; op hopen zetten; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
prospect aftasten; bevoelen; inventariseren; koloniseren; settelen; vestigen

Wiktionary Translations for afwachting:

afwachting
noun
  1. act or state of expecting

Cross Translation:
FromToVia
afwachting expectation; wait; needs; wants attente — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations:

Related Translations for afwachting