Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afgelasting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afgelasting from Dutch to English

afgelasting:

afgelasting [de ~ (v)] nomen

  1. de afgelasting
    the cancellation

Translation Matrix for afgelasting:

NounRelated TranslationsOther Translations
cancellation afgelasting afbestellen; annuleren; annulering; doorhaling; herroeping; intrekking; nietigverklaring; ongeldig verklaren; schrapping; tenietdoening; terugneming

Related Words for "afgelasting":

  • afgelastingen

Wiktionary Translations for afgelasting:

afgelasting
noun
  1. het niet door laten gaan van een gebeurtenis