Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aardappelen:
  2. aardappel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aardappelen from Dutch to English

aardappelen:

aardappelen [de ~] nomen, plural

  1. de aardappelen
    the potatoes

Translation Matrix for aardappelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
potatoes aardappelen

Related Words for "aardappelen":


aardappel:

aardappel [de ~ (m)] nomen

  1. de aardappel (pieper; patat)
    the potato

Translation Matrix for aardappel:

NounRelated TranslationsOther Translations
potato aardappel; patat; pieper friet; frites; patat

Related Words for "aardappel":


Related Definitions for "aardappel":

  1. eetbare knol van een plant1
    • Nederlanders eten vaak aardappelen, groente en vlees1

Wiktionary Translations for aardappel:

aardappel
noun
  1. plant tuber eaten as starchy vegetable

Cross Translation:
FromToVia
aardappel potato KartoffelBotanik: eine Nutzpflanze mit weiß-bläulichen Blüten und grünen Beeren
aardappel potato; spud pomme de terre — Légume

Related Translations for aardappelen