Dutch
Detailed Translations for verfilmen from Dutch to English
verfilmen:
-
verfilmen
Conjugations for verfilmen:
o.t.t.
- verfilm
- verfilmt
- verfilmt
- verfilmen
- verfilmen
- verfilmen
o.v.t.
- verfilmde
- verfilmde
- verfilmde
- verfilmden
- verfilmden
- verfilmden
v.t.t.
- heb verfilmd
- hebt verfilmd
- heeft verfilmd
- hebben verfilmd
- hebben verfilmd
- hebben verfilmd
v.v.t.
- had verfilmd
- had verfilmd
- had verfilmd
- hadden verfilmd
- hadden verfilmd
- hadden verfilmd
o.t.t.t.
- zal verfilmen
- zult verfilmen
- zal verfilmen
- zullen verfilmen
- zullen verfilmen
- zullen verfilmen
o.v.t.t.
- zou verfilmen
- zou verfilmen
- zou verfilmen
- zouden verfilmen
- zouden verfilmen
- zouden verfilmen
diversen
- verfilm!
- verfilmt!
- verfilmd
- verfilmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verfilmen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
film | bioscoop; cinema; film; filmpje; filmrolletje; huidje; laagje; rolletje; rolprent; schilletje; speelfilm; velletje | |
shoot | afknallen; jaagpartij; jacht; jachtpartij; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje; takje; twijg; wildjacht | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
adapt for the screen | verfilmen | tot film bewerken |
film | verfilmen | filmen |
shoot | verfilmen | afschieten; afvuren; filmen; neerschieten; schieten; schieten op; schoten lossen; vuren |
External Machine Translations: