Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. trouwplechtigheid:


Dutch

Detailed Translations for trouwplechtigheid from Dutch to German

trouwplechtigheid:

trouwplechtigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de trouwplechtigheid (huwelijksinzegening; huwelijk; bruiloft)
    die Hochzeit; die kirchliche Trauung

Translation Matrix for trouwplechtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hochzeit bruiloft; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid bruiloft; burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; trouwerij
kirchliche Trauung bruiloft; huwelijk; huwelijksinzegening; trouwplechtigheid huwelijksinzegening

Related Words for "trouwplechtigheid":

  • trouwplechtigheden