Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. traject:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for traject from Dutch to German

traject:

traject [het ~] nomen

  1. het traject (route; weg; afstand; )
    die Strecke; die Teilstrecke

Translation Matrix for traject:

NounRelated TranslationsOther Translations
Strecke afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg baan; etappe; parcours; parcoursetappe; straat; straatweg; weg
Teilstrecke afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg

Related Words for "traject":

  • trajecten

Wiktionary Translations for traject:

traject
noun
  1. de af te leggen of afgelegde weg van een voorwerp door de ruimte
traject
noun
  1. Strecke, die von einem Körper in einer vorgeschriebenen Richtung durchmessen wird

External Machine Translations: