Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. strubbeling:


Dutch

Detailed Translations for strubbeling from Dutch to German

strubbeling:

strubbeling [de ~ (v)] nomen

  1. de strubbeling (knik)
    die Schererei

Translation Matrix for strubbeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schererei knik; strubbeling chagrijn; ergernis; geklieder; gelazer; kliederen; moeilijkheid; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; penarie; probleem; problemen; trammelant

Related Words for "strubbeling":

  • strubbelingen