Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. speelmakker:


Dutch

Detailed Translations for speelmakker from Dutch to German

speelmakker:

speelmakker [de ~ (m)] nomen

  1. de speelmakker (speelkameraad; speelgenoot; medespeler)
    der Spielkamerad

Translation Matrix for speelmakker:

NounRelated TranslationsOther Translations
Spielkamerad medespeler; speelgenoot; speelkameraad; speelmakker

Related Words for "speelmakker":

  • speelmakkers, speelmakkertje