Dutch

Detailed Translations for slapkous from Dutch to German

slapkous:

slapkous [znw.] nomen

  1. slapkous (nietsnut; lanterfanter; geitenbreier; )
    der Nichtsnutz; der Müßiggänger; der Faulenzer; der Faulpelz; der Drückeberger; die gescheiterte Existenz; der Bummelant; die Flasche; der Taugenichts; die Drückebergerin

Translation Matrix for slapkous:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bummelant geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous
Drückeberger geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous drukster; hannes; lijntrekkers; lijntrekster; luiaard; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Drückebergerin geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Faulenzer geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous flierefluiter; hannes; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; logheid; luiaard; luiheid; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapte; sloomheid; sukkel; talmer; teut; traagheid; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Faulpelz geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous drukster; hannes; lijntrekster; luiaard; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Flasche geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous fiool; flacon; fles; flesje; kruik; pul; sofvent; wijnfles
Müßiggänger geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper
Nichtsnutz geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous boef; fielt; niksnut; schobbejak; schurk
Taugenichts geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous boef; deugniet; fielt; guit; jongen; mispunt; naarling; niksnut; rakker; rotzak; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stouterd
gescheiterte Existenz geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous