Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. reproductie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for reproductie from Dutch to German

reproductie:

reproductie [de ~ (v)] nomen

  1. de reproductie (teelt; voortplanting; cultuur; )
    die Zucht; der Anbau
  2. de reproductie

Translation Matrix for reproductie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anbau aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aanbouw; aanplant; beplanting; cultuur; erker; glazen uitbouw; kweek; kweken; planten; poten; telen; uitbouw; verbouwen
Zucht aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aanfok; aankweken; cultuur; discipline; doen voorttelen; dwang; fok; fokken; fokkerij; gebroed; gehoorzaamheid; gespuis; kweek; kweken; onderwerping; orde; teelt; telen; tucht; veefokkerij; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Reproduktion reproductie

Related Words for "reproductie":

  • reproducties

Wiktionary Translations for reproductie:


Cross Translation:
FromToVia
reproductie Fortpflanzung; Zeugung procreation — the sexual activity of conceiving and bearing offspring