Summary


Dutch

Detailed Translations for raster from Dutch to German

raster:

raster [de ~ (m)] nomen

  1. de raster (rooster; rasterwerk; rastering)
    Gitter; Drahtgitter; Gitterwerk; die Vergitterung; der Gitterzaun; die Umgitterung; die Gitterumzäunung
  2. de raster (latwerk; spijlen; rastering)
    Raster; die Umzäunung

raster

  1. raster
    Raster

Translation Matrix for raster:

NounRelated TranslationsOther Translations
Drahtgitter raster; rastering; rasterwerk; rooster afscheiding; gaashek; hek; hekwerk
Gitter raster; rastering; rasterwerk; rooster afscheiding; braadrooster; hek; hekwerk; rooster; slot en grendel; spijl; spijlen; stijl; tralie; traliedeur; traliehek; traliewerk; traliën
Gitterumzäunung raster; rastering; rasterwerk; rooster afschutting; hekwerk; rasterwerk
Gitterwerk raster; rastering; rasterwerk; rooster spijl; spijlen; stijl; tralie; traliewerk; traliën
Gitterzaun raster; rastering; rasterwerk; rooster afscheiding; hek; hekwerk; traliedeur; traliehek
Raster latwerk; raster; rastering; spijlen
Umgitterung raster; rastering; rasterwerk; rooster afschutting; hekwerk; rasterwerk
Umzäunung latwerk; raster; rastering; spijlen afscheiding; afschutting; beschuttingen; hek; hekken; hekwerk; omheiningen; schutting; schuttingen
Vergitterung raster; rastering; rasterwerk; rooster afscheiding; afschutting; hek; hekwerk; rasterwerk; spijl; spijlen; stijl; tralie; traliewerk; traliën

Related Words for "raster":

  • rasteren, rasters, rastertje, rastertjes

Wiktionary Translations for raster:


Cross Translation:
FromToVia
raster Gitter grid — rectangular array of squares or rectangles of equal size