Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. poeder:
  2. poederen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for poeder from Dutch to German

poeder:

poeder [de ~ (m)] nomen

  1. de poeder (kruit)
    der Pulver; Kraut

Translation Matrix for poeder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kraut kruit; poeder tabak
Pulver kruit; poeder

Related Words for "poeder":

  • poederen, poeders, poedertje, poedertjes

Wiktionary Translations for poeder:


Cross Translation:
FromToVia
poeder Puder; Pulver powder — fine particles
poeder Pulver; Puder poudre — (vieilli) poussière.

poeder form of poederen:

poederen verb (poeder, poedert, poederde, poederden, gepoederd)

  1. poederen
    pudern
    • pudern verb (pudere, puderst, pudert, puderte, pudertet, gepudert)

Conjugations for poederen:

o.t.t.
  1. poeder
  2. poedert
  3. poedert
  4. poederen
  5. poederen
  6. poederen
o.v.t.
  1. poederde
  2. poederde
  3. poederde
  4. poederden
  5. poederden
  6. poederden
v.t.t.
  1. heb gepoederd
  2. hebt gepoederd
  3. heeft gepoederd
  4. hebben gepoederd
  5. hebben gepoederd
  6. hebben gepoederd
v.v.t.
  1. had gepoederd
  2. had gepoederd
  3. had gepoederd
  4. hadden gepoederd
  5. hadden gepoederd
  6. hadden gepoederd
o.t.t.t.
  1. zal poederen
  2. zult poederen
  3. zal poederen
  4. zullen poederen
  5. zullen poederen
  6. zullen poederen
o.v.t.t.
  1. zou poederen
  2. zou poederen
  3. zou poederen
  4. zouden poederen
  5. zouden poederen
  6. zouden poederen
en verder
  1. ben gepoederd
  2. bent gepoederd
  3. is gepoederd
  4. zijn gepoederd
  5. zijn gepoederd
  6. zijn gepoederd
diversen
  1. poeder!
  2. poedert!
  3. gepoederd
  4. poederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for poederen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
pudern poederen

Related Words for "poederen":


Related Translations for poeder