Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. landleger:


Dutch

Detailed Translations for landleger from Dutch to German

landleger:

landleger [het ~] nomen

  1. het landleger (landmacht)
    die Landmacht; Heer; die Landtruppen

Translation Matrix for landleger:

NounRelated TranslationsOther Translations
Heer landleger; landmacht heir; krijgsmacht; landmacht; leger; legermacht; legers; manschappen; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Landmacht landleger; landmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Landtruppen landleger; landmacht krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht

Related Words for "landleger":

  • landlegers