Summary


Dutch

Detailed Translations for inzegening from Dutch to German

inzegening:

inzegening [de ~ (v)] nomen

  1. de inzegening (inwijdingsplechtigheid; inwijding; inauguratie; )
    Einweihungsfest; die Weihe; die Einweihung; die Initiation; die Inauguration; die Einsegnung

Translation Matrix for inzegening:

NounRelated TranslationsOther Translations
Einsegnung inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst gezegende toestand; heil; heiliging; inauguratierede; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
Einweihung inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst gezegende toestand; heil; heiliging; inauguratierede; initiatie; inwijding; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
Einweihungsfest inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst inwijdingsfeest; inwijdingsfeestje
Inauguration inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst heiliging; wijding; zegening
Initiation inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
Weihe inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst