Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. inhuldiging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inhuldiging from Dutch to German

inhuldiging:

inhuldiging [de ~ (v)] nomen

  1. de inhuldiging (inwijdingsplechtigheid; inwijding; inauguratie; )
    Einweihungsfest; die Weihe; die Einweihung; die Initiation; die Inauguration; die Einsegnung

Translation Matrix for inhuldiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Einsegnung inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst gezegende toestand; heil; heiliging; inauguratierede; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
Einweihung inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst gezegende toestand; heil; heiliging; inauguratierede; initiatie; inwijding; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
Einweihungsfest inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst inwijdingsfeest; inwijdingsfeestje
Inauguration inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst heiliging; wijding; zegening
Initiation inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst
Weihe inauguratie; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijdingsdienst

Wiktionary Translations for inhuldiging:

inhuldiging
noun
  1. feestelijke gelegenheid waarbij iemand wordt gehuldigd, zoals een koning/vorst door diens onderdanen, bij aanvaarding van diens ambt

Cross Translation:
FromToVia
inhuldiging Inauguration inauguration — act of inaugurating