Dutch

Detailed Translations for geslepenheid from Dutch to German

geslepenheid:

geslepenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de geslepenheid (gewiekstheid)
    die Gewandtheit; die Gerissenheit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Geriebenheit
  2. de geslepenheid (listigheid; sluwheid; leepheid; )
    die Schlauheit; die Listigkeit; die Geschliffenheit
  3. de geslepenheid (doortraptheid; geraffineerdheid; gladheid; )
    die Durchtriebenheit; die Abgefeimtheit; die Geriebenheit

Translation Matrix for geslepenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abgefeimtheit doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid
Durchtriebenheit doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid
Geriebenheit doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid
Gerissenheit geslepenheid; gewiekstheid adremheid; arglist; arglistigheid; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; list; listigheid; puntig zijn; puntigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwe streek; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid
Geschliffenheit arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid geraffineerdheid; leepheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid
Gewandtheit geslepenheid; gewiekstheid adremheid; bijdehandheid; gevatheid; gezwindheid; handigheid; kneep; kunst; kwiekheid; list; puntig zijn; puntigheid; rapheid; rapiditeit; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schielijkheid; schranderheid; slimheid; sluwe streek; snedigheid; snelheid; spitsheid; spitsvondigheid; tempo; toer; truc; vaart; vlotheid; vlugheid
Gewieftheit geslepenheid; gewiekstheid adremheid; bijdehandheid; gevatheid; gewiekstheid; list; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwe streek; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid
Listigkeit arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
Schlauheit arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid adremheid; arglist; arglistigheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; leepheid; list; listigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; sluwe streek; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid
Verschlagenheit geslepenheid; gewiekstheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; leepheid; puntig zijn; puntigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; spitsheid; spitsvondigheid

Related Words for "geslepenheid":


geslepenheid form of geslepen:

geslepen adj

  1. geslepen (doortrapt; gemeen; achterbaks; )
  2. geslepen (vlak; effen; gelijk; )
    flach; platt; egal; gleich; eben
  3. geslepen (listig; sluw; geraffineerd; )
  4. geslepen (gladgeslepen; gepolijst; gladgemaakt)
  5. geslepen (leep; sluw; gewiekst; gehaaid)
  6. geslepen (doorgewinterd; door en door; geroutineerd; uitgeslapen)

Translation Matrix for geslepen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
abgefeimt arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals
abgehärtet door en door; doorgewinterd; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen doorgewinterde; gestaald
aufpoliert gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen opgesierd; opgesmukt; verfraaid
ausgekocht achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; bijdehand; boefachtig; boosaardig; clever; gemeen; geniaal; gevat; gluiperig; kien; pienter; raak; schrander; schurkachtig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vals; vernuftig
berechnend arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw berekend; berekenend; gehaaid; gewiekst; steeds op voordeel uit
bösartig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt boefachtig; boosaardig; bosachtig; donker; dreigend; dubieus; duister; gemeen; giftig; glibberig; gluiperig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwaadwillig; luguber; macaber; malicieus; met slechte intentie; min; obscuur; onguur; onheilspellend; schurkachtig; sinister; slecht; spookachtig; tweetongig; vals; venijnig; verdacht; verraderlijk
böse achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt bitter; boefachtig; boos; boosaardig; dol; donker; dreigend; dubieus; duister; furieus; gebelgd; gekwetst; gemeen; giftig; glibberig; gluiperig; hels; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaad; kwaadaardig; kwaadwillig; laaiend; luguber; macaber; met slechte intentie; min; misnoegd; nijdig; obscuur; onguur; onheilspellend; razend; schurkachtig; sinister; slecht; spinnijdig; spookachtig; tierend; toornig; vals; venijnig; verdacht; vergramd; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
doppelzüngig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt gemeen; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadwillig; met slechte intentie; op steelse wijze; slecht; steels; steelsgewijze; tersluiks; tweetongig; vals
durchtrieben achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; behorende tot de harde kern; bijdehand; boefachtig; boosaardig; gemeen; gevat; gluiperig; raak; schurkachtig; snedig; vals; van de harde kern
eben effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit effen; juist; van één kleur; zopas; zoëven
egal effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit effen; indifferent; laconiek; lauw; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; van één kleur; zonder grond
falsch achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt abuis; banaal; bedriegelijk; ernaast; fout; foutief; gefingeerd; gemeen; grof; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; met slechte intentie; mis; nagemaakt; niet echt; niet hoog; onecht; onedel; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; plat; platvloers; schunnig; slecht; ten onrechte; triviaal; tweetongig; vals; valselijk; verkeerd; vunzig
flach effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit doorwaadbaar; ondiep
gehärtet door en door; doorgewinterd; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen gehard; gestaald; verstevigd
gehässig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt boos; furieus; gemeen; hatelijk; kwaad; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met sarcasme; nijdig; onedel; razend; sarcastisch; spinnijdig; stekelig; toornig; vertoornd; vijandig; woest; ziedend
gemein achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt banaal; bedriegelijk; bosachtig; donker; dubieus; duister; gefingeerd; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; glibberig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; luguber; macaber; met zijn allen; min; nagemaakt; normaal; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; ploertig; slecht; spookachtig; tezamen; vals; verdacht; vuig
gerieben achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen
gerissen achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; bij de pinken; bijdehand; boefachtig; boosaardig; clever; gemeen; gescheurd; gevat; gluiperig; goochem; kien; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; schurkachtig; slim; snedig; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vals
geschliffen achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; gepolijst; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt gelikt; gepoetst; gepolijst; gescherpt; gladjanusachtig; opgepoetst
gewandt achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; clever; doorkneed; ervaren; gevat; handig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
gewichst achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; bijdehand; clever; gevat; kien; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
gewiegt gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
glatt achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt aangenaam; adrem; bijdehand; blinkend; botweg; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; gevat; gewoonweg; glad; glibberig; glimmend; glunderend; in een handomdraai; klinkklaar; kneedbaar; licht; lichtwegend; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; overbeleefd; raak; rechttoe; simpel; snedig; vanzelf; vormbaar; zonder moeite
glattgeschliffen gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen
gleich effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit direct; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkvormig; hetzelfde; identiek; net zo; onveranderd; op elkaar lijkend; overeenkomend; zo; zo meteen
heimtückisch achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; banaal; bedriegelijk; donker; dubieus; duister; gefingeerd; gemeen; geniepig; gevaarlijk; glibberig; gluiperig; grof; heimelijk; in het geheim; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; luguber; macaber; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; op steelse wijze; plat; platvloers; schunnig; slecht; snood; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; triviaal; trouweloos; vals; verdacht; verraderlijk; vunzig
hinterhältig achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; banaal; bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; donker; dubieus; duister; gefingeerd; gemeen; geniepig; glibberig; gluiperig; grof; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; luguber; macaber; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; plat; platvloers; schunnig; schurkachtig; slecht; snood; spookachtig; stiekem; triviaal; vals; verdacht; vunzig
hinterlistig achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; banaal; bedriegelijk; clever; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; gefingeerd; gemeen; geniepig; glibberig; gluiperig; grof; heimelijk; huiveringwekkend; in het geheim; in het geniep; kien; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; listig; lomp; luguber; macaber; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onheilspellend; onwaar; op steelse wijze; pienter; plat; platvloers; schrander; schunnig; sinister; slecht; slim; slinks; snood; snugger; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; triviaal; tweetongig; uitgeslapen; vals; verdacht; vunzig
link arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
listig achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt boefachtig; boosaardig; clever; gemeen; gluiperig; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; schurkachtig; slim; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vals
niederträchtig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; donker; dubieus; duister; eerloos; gefingeerd; gemeen; glibberig; gluiperig; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; min; nagemaakt; niet hoog; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; ploertig; schandalig; schurkachtig; slecht; vals; verdacht; verfoeilijk
pfiffig gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw adrem; behendig; bekwaam; bij de pinken; bijdehand; clever; geestig; geinig; gevat

Related Words for "geslepen":


Wiktionary Translations for geslepen:


Cross Translation:
FromToVia
geslepen schlau; gerissen; listig cunning — sly
geslepen geschnitten; geschliffen cut — of a gem, carved into a shape
geslepen abgefeimt; verschlagen; verschmitzt retors — Fil retordu, second tour donné à un fil, torsion des fils.